Bij de onthulling van de gedenksteen voor mijn vader
In Amsterdam Noord was mijn vader gelukkig. Bijna veertig jaar geleden kwam hij hier wonen met mijn moeder, precies op deze plek. Hun woning is een tijdje terug gesloopt, maar hij leek op het pand waar de nieuwe bibliotheek nu komt. Een mooi toeval, want mijn vader werkte destijds in de Muziekbibliotheek op de Prinsengracht – en daar hebben mijn ouders elkaar ook ontmoet.
In 1979 stapten ze op deze hoek samen in de bakfiets en reden naar de Nieuwendammerdijk – met een lange sliert vrienden die achter ze aan fietste. Op de Nieuwendammerdijk trouwden ze, daar gaf mijn vader zijn woord op een klein boterbriefje. Twee jaar later werd ik geboren in het Ziekenhuis Amsterdam Noord, dat nu het hotel hierachter is.
Sindsdien heeft mijn vader onder anderen in Zaandam en Leeuwarden gewoond – en hij is zelfs even naar Cuba geëmigreerd. Maar uiteindelijk kwam hij toch altijd weer terug in Noord. Noord was wie hij was: hier is vrijheid, hier is voor iedereen plek, hier is iedereen gelijk. Mensen met totaal verschillende achtergronden leven hier door elkaar heen, maar mét elkaar. In Noord voelde mijn vader zich als een vis in het water: op de bushalte maakte hij altijd een praatje met wie daar stond, en voor mensen met problemen stond hij altijd klaar met een luisterend oor en een oplossing.
Maar hij ging ook voorop in de strijd om ervoor te zorgen dat er in Noord ook echt voor iedereen plek zou blijven. Want zoals hij geloofde in de verbindende kracht van muziek en samen zingen, geloofde hij ook dat je samen alles voor elkaar kunt krijgen. Het voelt misschien alsof er voor jou minder kansen zijn, maar daar kun je samen iets aan veranderen.
Met succes verzette hij zich tegen de sloop van de Van der Pek-buurt. Tegen boetes voor verkeerd geplaatste schotelantennes. En hij was apetrots toen er in januari dankzij hem, Samar, Jesse en vele anderen weer een buurthuis in Noord werd geopend. Met Buurthuis Van der Pek is er nu weer een centrale plek waar de Noorderlingen elkaar kunnen ontmoeten, voor de gezelligheid of om elkaar te helpen.
Veel mensen hebben me in de afgelopen maanden verteld wat een gemis het voor Noord is dat mijn vader er niet meer is. Maar zelf zou hij dat denk ik relativeren. Hij maakte niet in zijn eentje het verschil, dat hebben de Noorderlingen altijd samen gedaan. Mijn vader leverde daaraan slechts zijn bijdrage. Toch had hij het vast mooi gevonden dat hij dat nu blijvend kan doen, hier midden in Noord, tussen de mensen.
Dus als je hier in de komende jaren langsloopt, denk dan niet alleen aan mijn vader, maar ook aan waar hij voor stond. Maak muziek met elkaar. Zing met elkaar. Luister naar elkaar. Praat met elkaar. Help elkaar. Dan blijft Noord dat prachtige stukje Amsterdam waar mijn vader zo van hield… aan de zonzij van het IJ.